Het eerste elftal heeft zondag laten zien dat het ook kan overleven. De ploeg van Matthijs Blijham had het op het eind van de wedstrijd tegen Longa’30 lastig, het piepte en kraakte even, maar Bon Boys trok de winst op wilskracht naar zich toe: 2-1.

In de vorige twee thuisduels tegen ATC’65 en DVC’26 ging het op het allerlaatste twee keer mis in de slotminuten. Twee keer was Bon Boys de veel betere ploeg, maar door late tegengoals bleef de beloning uit. Dat niet nog een keer. Dat gevoel had zich zondagmiddag in het elftal genesteld. De manier waarop de ploeg overleefde was misschien niet des Bon Boys, maar het fundament was sterk genoeg voor de eerste overwinning voor eigen publiek. En dat met de bazaar. 

Op basis van de tweede helft hadden de bezoekers uit Lichtenvoorde zeker een punt verdiend, maar in voetbal blijft te vaak alleen het laatste hangen bij veel mensen. Een wedstrijd bestaat nog altijd uit twee helften en in de eerste 45 minuten was Bon Boys bovenliggend.

Nadat doelman Wouter Lankheet in de openingsfase twee schoten van dichtbij onschadelijk had gemaakt, nam de thuisploeg de regie over. De vroege 1-0 hielp daarbij. Milan Bultman stuurde in de zevende minuut Eli van Paridon in de diepte en de middenvelder, die na zijn blessure voor het eerst in de competitie in de basis stond, bleef alleen voor de keeper van Longa ijzig kalm.

Longa, de ploeg met de minste verliespunten tot aan zondag, probeerde het vooral met de lange bal. De ploeg had ook zeker z’n dreigende momenten in het strafschopgebied, maar dat gold ook voor Bon Boys, dat voor het eerst in deze formatie speelde. Maar zoals wel vaker gezegd: een eerste team bestaat niet uit elf spelers en de kracht van onze selectie zit onder meer in de breedte, waardoor niemand in de war raakt als er meerdere spelers ontbreken.

Na een klein half uur spelen kwam Bon Boys zelfs op 2-0. Tom ter Hogt zette goed druk op de keeper van Longa, die de oplossing niet had omdat het middenveld van Bon Boys de rest had vastgezet. Gepruts bij Longa, goed van Bon Boys: 2-0.

Je zou kunnen zeggen dat die ruststand misschien één goal te hoog was, maar op basis van het veldspel stond de thuisploeg verdiend voor. In de eerste fase na rust gebeurde er nauwelijks iets. Bon Boys had de boel onder controle, en Longa kreeg moeilijk greep op de Veldmaatse opbouw. Just Leferink had de kans op 3-0, maar hij kreeg de bal net niet goed mee.

Maar het kabbelende beekje veranderde halverwege de tweede helft in een woest kolkende rivier toen tot ieders verbazing de bal via een merkwaardige carambole bij ons over de doellijn rolde: 2-1. Vanaf dat moment ontrolde zich er een puur voetbalgevecht. Aantrekkelijk voor de neutrale toeschouwers, maar zenuwslopend voor beide partijen.

Longa rook bloed en bij Bon Boys nam de onrust toe, in de wetenschap dat het dit seizoen al vaker een voorsprong heeft weggegeven. Longa kreeg ook kansen – zo belandde een bal op de lat – maar het knappe van Bon Boy was dat er een stukje onverzettelijkheid in het elftal was gekomen. Aan de bal speelde de ploeg de minste helft van het seizoen, maar de aangepaste defensie gaf geen krimp. Was het mooi in de tweede helft? Het voetbal zeker niet, maar het draaide nu eens niet om de complimenten en met z’n allen willen overleven heeft ook z’n charme. Of zoals de supporters na afloop zeiden: dit komt het elftal ook wel toe na al die gelijke spelen.

„Een onnodige nederlaag. Longa mag in principe niet van een club als Bon Boys verliezen”, zei de trainer van Longa, Laurens Knippenborg, in De Gelderlander. Zondag bleek een helft goed voetbal en een helft strijden voldoende om te winnen van Longa.